Aan de heer Menno Snel,
Wij richten ons graag tot u met betrekking tot uw voorgenomen aanpassingen betreffende de 30% regeling. De ARPN is de Association of Relocation Professionals in the Netherlands. Wij zijn een non profit organisatie voor Nederlandse professionele Relocation en Immigration bedrijven. De ARPN is opgericht in 2006 en is sindsdien flink gegroeid. Alle Relocators die van belang zijn in de Nederlandse markt, zijn bij deze branchevereniging aangesloten. ARPN is een gerespecteerde partner voor overheidsinstellingen als de IND, het UWV en Expat Centers. De organisatie heeft ook een dertigtal associate leden; dat zijn bedrijven waar alle relocators mee samenwerken om de internationale bedrijven goed van te kunnen bedienen. (denk aan belastingadviseurs, makelaars, internationale verhuizers etc.)
De recente ontwikkelingen op het gebied van de 30% -regeling hebben ons gebracht tot het onderstaande schrijven in samenwerking met LIMES International, een van de associate leden op het gebied van belastingadvies en sociale zekerheid en grensoverschrijdende arbeid. Als brancheorganisatie maken we ons zorgen over de gevolgen van de recent voorgestelde ingrepen. Bijgesloten vindt u ook een van de reacties van een van onze klanten.
De 30%-regeling biedt onze klanten de mogelijkheid om aan, vanuit het buitenland aangeworven, kwalificerende werknemers een onbelaste kostenvergoeding te verstrekken ter hoogte van – kort gezegd – 30% van het salaris. Een van de doelstellingen van de 30%-regeling is een bijdrage te leveren aan het aantrekkelijk en competitief houden van het Nederlandse vestigingsklimaat.
Als relocators constateren wij dat onze klanten veel werknemers met een specifieke expertise vanuit het buitenland aantrekken. De 30%-regeling stelt onze klanten ook in staat deze werknemers competitieve arbeidsvoorwaarden aan te bieden. Deze werknemers blijken niet op de Nederlandse arbeidsmarkt beschikbaar en dragen bij aan het in stand houden en verder ontwikkelen van de Nederlandse kenniseconomie.
Op 20 april 2018 heeft het kabinet zijn schriftelijke reactie op de evaluatie van de 30%-regeling naar de Tweede Kamer gestuurd. In deze reactie gaat het kabinet in op de doelstelling van de 30%- regeling, de belangrijkste aanbevelingen uit de evaluatie en de daarop ontvangen schriftelijke commentaren. Het kabinet sluit de brief af met zijn conclusies en het concrete voorstel om in het pakket Belastingplan 2019 de maximale looptijd van de 30%- regeling met ingang van 1 januari 2019 voor zowel nieuwe als bestaande gevallen met drie jaar te verkorten. Ook de periode waarin de keuzeregeling voor partiële buitenlandse belastingplicht van artikel 2.6 van de Wet inkomstenbelasting 2001 van toepassing is, zal met drie jaar worden verkort. Voor de mogelijkheid om de werkelijke extraterritoriale kosten onbelast te vergoeden zal ook worden uitgegaan van een maximumperiode van vijf jaar.
Het is niet zozeer het verkorten van de maximale looptijd van 8 naar 5 jaar die tegen het zere been van onze klanten schopt, maar meer het voorstel dat deze verkorting ook voor alle bestaande gevallen zal gaan gelden. Onze klanten maken zich ernstige zorgen niet alleen voor wat betreft de bestaande gevallen, maar ook voor de toekomst nu blijkt dat de overheid zich blijkbaar niet aan de gemaakte afspraken houdt.
Het is niet de eerste keer dat de 30%-regeling onderwerp van discussie is. In het Belastingplan 2012 zijn destijds een tweetal wijzigingen in de 30%-regeling doorgevoerd welke een impact hebben op de maximale looptijd van de 30%-regeling. Deze twee wijzigingen, te weten de verlenging van de termijn uit de kortingsregeling en het verkorten van de maximale looptijd van 10 naar 8 jaar, hebben beide geen effect op bestaande gevallen. Bij beide maatregelen is in de parlementaire stukken op verschillende plaatsen expliciet opgemerkt dat deze niet zullen leiden tot een verkorting van de looptijd van bestaande beschikkingen. Met andere woorden deze wijzigingen gelden slechts voor nieuwe gevallen.
Het gevolg van het betrekken van bestaande gevallen in deze wijziging is dat de gevallen die bewust niet geraakt werden door de wijzigingen in het Belastingplan 2012, alsnog worden geraakt!
Voorbeeld: de ingekomen werknemer die op 1 december 2011 in Nederland voor het eerst werd tewerkgesteld kon de 30%-regeling krijgen met een maximale looptijd van 10 jaar, dus tot 1 december 2021 kon deze gebruikmaken van de regeling. Als gevolg van de wijziging van de 30%- regeling, zoals nu voorgesteld, zal deze werknemer de 30%-regeling kwijtraken met ingang van 1 januari 2019. Op deze manier wordt de werknemer alsnog 3 jaar gekort op zijn initieel toegekende looptijd van 10 jaar.
Zekerheid over fiscale wetgeving draagt bij aan de betrouwbaarheid van de wetgeving. Betrouwbare wetgeving, net als de 30%-regeling, draagt bij aan het vestigingsklimaat en het ondernemingsklimaat in Nederland. Daar waar in het verleden het kabinet meerdere malen heeft aangegeven veel waarde te hechten aan zekerheid voor belastingplichtigen bij de toepassing van fiscale wetgeving en het belang daarvoor op het vestigingsklimaat, wordt deze zekerheid hier ernstig geschonden door ook bestaande gevallen te korten. Iedere beperking die je aanbrengt aan de 30%-regeling, maakt het minder aantrekkelijk voor mensen om hiernaartoe te komen en dat was nu net niet de bedoeling van deze regeling.
Als ARPN-bestuur zijn wij, na ruggespraak met onze leden, dan ook geen voorstander van deze wijziging laat staan van een wijziging met effect voor reeds bestaande gevallen. Wij verzoeken u de aanpassing van de 30%-regeling te heroverwegen, met name voor de bestaande gevallen waar deze regeling reeds was toegekend.
Tot een nadere toelichting, zijn wij gaarne bereid.
Met vriendelijke groeten,
Petra P Hasselbach, Esmée Mos & Cristian van Breemen
Bestuur